29 augustus 2025 - Wil en intentie in het contemplatief gebed.
Uit: ‘Intimacy with God’ door Thomas Keating
Stiltedag 29 augustus 2025
Wil en intentie in het contemplatief gebed.
Johannes van het Kruis schreef, ‘de Vader sprak een woord van Eeuwigheid en Hij sprak het in stilte uit en het is in stilte dat wij het horen.’ Dit veronderstelt dat stilte Gods eerste taal is en dat alle andere talen armzalige vertalingen zijn. De discipline van het contemplatief gebed en andere traditionele praktijken zijn manieren om ons vermogen om te ontvangen te verfijnen, zodat we het woord van God dat door God zelf wordt gesproken - met steeds grotere eenvoud tot onze geest en ons innerlijk wezen - kunnen waarnemen. De praktijk van het contemplatief gebed is niet contemplatie in strikte zin, maar het is er een voorbereiding op. Gangbaar weten wij niet wanneer het contemplatie in strikte zin wordt. We weten alleen dat we in die richting aan het bewegen zijn door onze dagelijkse meditatie en dat de Geest naar ons toe beweegt. Als de meditatie een gewoonte is geworden wordt de activiteit van de Geest krachtiger, en neemt zij geleidelijk ons gebed over, waardoor wij gewoonlijk in staat zijn te rusten in de aanwezigheid van God. Deze ervaring toont zich lang niet altijd gedurende het gebed, maar wel kan het effect ervan door de dag heen ervaren worden.
Wachten op God in het contemplatief gebed versterkt ons vermogen tot innerlijke stilte en maakt ons gevoelig voor de subtiele bewegingen van de Geest in het dagelijks leven, die leiden tot zuivering en heelheid.
Het contemplatief gebed draagt die ontvankelijkheid in zich, die de beweging naar contemplatie vergemakkelijkt. Het contemplatief gebed is geen concentratie-oefening, noch een oefening in aandacht. Het is een oefening voor intentie. Het is onze wil, ons vermogen om te kiezen, dat we hiermee ontwikkelen. De wil is ook ons vermogen van geestelijke liefde, die in de eerste plaats een keuze is en kan worden begeleid door gevoelens van liefde, maar dat is niet noodzakelijk.
Geestelijke liefde is niet een gevoel, maar een houding van onophoudelijke zelfovergave en zorg voor elkaar, vergelijkbaar met de zorg die God heeft voor ons en voor al wat leeft.
Besef dat het contemplatief gebed niet alleen een aanvaarding is van Gods aanwezigheid, maar ook van Goddelijk handelen. Onze ervaring gedurende het herhalen van het contemplatief gebed (of zelfs daar buiten) moet worden begrepen in de context van onze relatie met de Geest, die in de eerste plaats therapeutisch is. Als we deze ‘therapie’ – dwz deze loutering - ervaren, zal het ons grote vreugde geven. Soms, in plaats van de vredige rust die we zouden verwachten van het rusten in God, komen we onrustige bewegingen tegen van ons onbewuste, inclusief sterke emoties en zelfs tranen. Ons toenemend vertrouwen laat ons dit zien als deel van het proces en leert ons ons eraan over te geven.
De wil ontwikkelt de gewoonte tot overgave aan Gods toenemende aanwezigheid en activiteit. Ondertussen neemt de invloed van de Geest in ons gebed toe. Wanneer het contemplatief gebed zich verdiept is er een interactie waarin soms onze eigen kalme activiteit overheerst en, op andere momenten, de Geest het weer overneemt.
Als de Geest de overhand krijgt in ons gebed wordt het gebruik van het gewijde woord gedurende de tijd van het contemplatief gebed steeds minder noodzakelijk of belangrijk. Zolang wij tot gedachten of gevoelens worden aangetrokken, maken we zo veel mogelijk gebruik van het gewijde woord, niet om gedachten weg te drukken, maar om onze oorspronkelijke intentie om in te stemmen met Gods aanwezigheid opnieuw te bevestigen.
Het focussen dat dienstbaar is aan het gewijde woord is niet om een speciaal symbool aan het licht te brengen, maar om te focussen op onze intentie als die onderhevig is aan fascinaties en afleidingen.
Intentie is de belangrijkste factor in elke contemplatieve praktijk, maar vooral bij het contemplatief gebed, waarbij onze enige activiteit is te volharden in onze intentie en zo te kunnen instemmen met Gods aanwezigheid en handelen gedurende de meditatie. [ ]
Het is niet noodzakelijk om onze aandacht af te stemmen omdat aandacht secondair is in het contemplatief gebed. Wij letten niet op een bepaalde gedachte of object, of zelfs niet op een gewijd woord, alsof het gebed een soort mantra zou zijn. Onze aandacht is een algemene en liefdevolle aandacht voor de aanwezigheid van God. Als een gedachte of een gevoel onbewuste emoties aangrijpt met allerlei commentaar, dan keren we terug naar het gewijde woord, waarmee we de gedachte kunnen laten varen.
Met tijd, geduld en vele fouten ontwikkelen we de gewoonte om onze gedachten onmiddellijk te laten gaan - niet door te denken over het feit dat we aan het denken zijn, maar door eenvoudig terug te keren - altijd weer vriendelijk - naar het gewijde woord.
Het contemplatief gebed beveelt zichzelf aan als een gebed van grote eenvoud om aanwezig te zijn op dít moment en te vergeten wat er daarvoor gebeurde. Zo kan ook de stemming bij kinderen plots veranderen, bijvoorbeeld van tranen naar lachen. Alleen de instemming om naar het gewijde woord terug te keren is de enige activiteit die vereist is voor het contemplatief gebed. Elke analyse, commentaar of schuldgevoel werkt afleidender dan de oorspronkelijk gedachte. [ ]
In het contemplatief gebed is het nodig een zekere vreugdevolle aanvaarding van gedachten te ontwikkelen. We kunnen ze niet voorkomen. Als we dat konden zouden we volmaakt zijn in contemplatie. Het is een weg van zuivering.
Elke kleine zuivering betekent een enorme winst voor ons en voor heel de mensheid. Deze weg betekent dat je werkelijk de grootste bijdrage levert aan de mensheid.
Dit brengt niet alleen met zich mee wat er gebeurt in het gebed, maar eerder, zal dat wat er gebeurt in het gebed ons in staat stellen het dagelijks leven als een voortzetting van het zuiveringsproces te zien. God is verbonden met leven en dood, gewoon zoals het is. Volmaaktheid bestaat niet in volmaakt voelen of volmaakt zijn, maar door te doen wat we verondersteld worden te doen zonder het te merken: liefhebbende mensen te zijn zonder uit te zijn op eer.
Met de dagelijkse beoefening van het contemplatief gebed ontwikkelen we een zeker gemak om direct los te laten. Dan gaan we binnen in de wolk van niet-weten, die zich ontwikkelt in zich herhalende kleine bewegingen van instemming.
In het contemplatief gebed ontwikkelen we het vermogen om op God te wachten met liefdevolle aandacht. Het liefdevolle karakter wordt uitgedrukt door trouw aan de dagelijkse praktijk en geduld in de uitoefening.
Uit: ‘Intimacy with God’ door Thomas Keating blz 55-65.
(KvB aug 2025)