Toevoeging bij de tekst van oktober 2025
Wat is meer geliefd dan goddelijke schoonheid?

Wat wij kennen en wat we schouwen is niet God zoals hij in Zichzelf is. We zien in de schoonheid van Zijn schepping en in de schoonheid van ‘onze’ ziel, ‘slechts’ de schitterende schaduw van Zijn wezen. We zien en schouwen niet dè Schoonheid, maar concrete vormen die uitdrukking zijn van de ‘Vorm die vormloos’ is. Dit kennen is genade omdat het ons Godsverlangen wekt en richt.
Geometrische oervormen (de punt, de cirkel en de rechte lijn) liggen ten grondslag aan alle geschapen, dus zichtbare vormen en zijn derhalve de meest volmaakte, doch tevens uiterst gebrekkige uitdrukkingen in onze kenbare werelden van de volmaakte Schoonheid. Door onze creatieve verbeelding kunnen we schoonheid uitdrukken en werkelijke schoonheid vermoeden., maar dan moet die creatieve verbeelding wel haar geheimzinnige grond hebben in het Onkenbare.
Over de tekening
Het witte licht symboliseert de Schoonheid. De Schoonheid is voor ons afgesloten (voor onze uiterlijke en innerlijke ogen is ze niet rechtstreeks te beleven : zwarte afscheiding) en dringt alleen indirect tot ons door, wordt als het ware bemiddeld door ‘tussen werelden’ (cirkel in het midden). En hoewel het echte Licht ook in ons wezen huist, is het toch een voor ons verborgen Licht (kleine cirkel beneden).
Mij dringt op het beeld van Tempel. We zijn een Tempel, woning van God, met in het diepste centrum het Heilige der Heiligen, waartoe wij geen toegang hebben. En als eens in de staat van Hogepriester ons toegang wordt verleend dan zien we ‘slecht’ de Ark des Verbonds, de vormloze Ervaring van Aanwezigheid. Is deze Leegte de ultieme ervaring van Schoonheid die voor ons hier mogelijk is?
Paul Horbach